Voor de bezoekers en studenten bij beet midrasj Ohel Abraham is mijn standpunt over dienstplicht in Israël al langer duidelijk. Ik denk dat juist Joden die Tora bestuderen en leven het Israëlische leger in zouden moeten vanwege de volgende episode in de Tora:

וַיֹּאמֶר מֹשֶׁה, לִבְנֵיגָד וְלִבְנֵי רְאוּבֵן: הַאַחֵיכֶם, יָבֹאוּ לַמִּלְחָמָה, וְאַתֶּם, תֵּשְׁבוּ פֹה

En Mosjee zei tegen de leden van de stam Gad en de leden van de stam Reuben: ‘Zouden jullie broeders naar de oorlog gaan, terwijl jullie hier blijven zitten?’

Bamidbar 32:6

We zien hier dat Mosjee verontwaardigd is dat twee van de twaalf stammen een verzoek doen, dat lijkt op een weigering om het land Israël binnen te trekken en met de overige benee Jisraeel mee te strijden. Beide stammen geven aan dat dit niet is wat zij bedoelden enn dat ze mee zullen strijden met de overige benee Jisraeel. Mosjee reageert hierop positief.

Als we ook kijken naar de Misjnee Torah van de Rambam, dan schrijf hij dat in het geval van een verdedigingsoorlog ALLE Israëlieten mee moeten helpen, zelfs de bruid en de bruidegom, die normaliter vrijgesteld zijn:

אבל במלחמת מצוה–הכול יוצאין, אפילו חתן מחדרו וכלה מחופתה

‘Maar in een verdedigingsoorlog gaat iedereen mee, zelfs de bruidegom uit zijn vertrek, en de bruid uit haar bruidspaviljoen.’

Misjnee Tora, hilchoth Melachiem oe’milchoteehem 7:7

Noch in de Tora, noch in de Misjnee Tora bestaat er zoiets als een groep van Israëlieten die zelf mogen kiezen om niet mee te strijden, omdat zij Tora studeren. Elke Joods man wordt immers geacht Tora te bestuderen, dat kan dus geen uitzonderingsgrond zijn:

כל איש מישראל, חייב בתלמוד תורה

‘Elke Joodse man is verplicht Tora te leren.’

Misjnee Tora, hilchoth Melachiem oe’milchoteehem 7:7

Zoals hierboven staat moet elke Joodse man Tora bestuderen. Ook Joodse soldaten. Studie van de Tora is geen uitzonderingsgrond voor dienstplicht in een Joods leger. Sterker nog, volgens de Tora is het een noodzaak voor Joodse soldaten.

י כִּיתֵצֵא מַחֲנֶה, עַלאֹיְבֶיךָ: וְנִשְׁמַרְתָּמִכֹּל, דָּבָר רָע

‘Wanneer het leger uittrekt tegen je vijanden, moet je op je hoede zijn voor elke kwalijke zaak.’

Debariem 23:9

In de daaropvolgende verzen worden enkele specifieke mitswot genoemd die men in een Joods legerkamp moet naleven, en vanzelfsprekend blijven de overige mitswot grosso modo staan, inclusief studie van de Tora. Joodse mannen zijn tijdens een oorlog niet vrijgesteld van Tora-studie. Integendeel:

 כִּי יְהוָה אֱלֹהֶיךָ מִתְהַלֵּךְ בְּקֶרֶב מַחֲנֶךָ, לְהַצִּילְךָ וְלָתֵת אֹיְבֶיךָ לְפָנֶיךָ, וְהָיָה מַחֲנֶיךָ, קָדוֹשׁ: וְלֹאיִרְאֶה בְךָ עֶרְוַת דָּבָר, וְשָׁב מֵאַחֲרֶיךָ.

‘Want de Heer, je God, loopt met je kamp mee om je te redden en om je vijanden aan je te laten overgeven. Daarom moet je kamp heilig zijn, opdat Hij niets schandelijks bij je ziet en Zich van je afkeert.’

Debariem 23:14

De Eeuwige belooft het Joodse volk te helpen bij oorlogen, mits het joodse volk Zijn geboden blijft naleven. Studie van Tora is een zeer belangrijk gebod, en juist Joodse soldaten moeten Zijn geboden strikt naleven. De waarschuwing is dat de Eeuwige zich kan afkeren van Joodse soldaten die zich niet strikt houden aan Zijn geboden. Volgens deze logica moeten juist charediem in Israël het Joodse leger in en zouden zij hun mindere vrome Joodse broeders moeten vragen thuis te blijven, zodat zij minder risico lopen te sneuvelen.

Het aardige is dat ik deze visie bevestigd zie door rabbijn mr.drs.R.Evers in een publicatie:

‘Een klein heiligdom

Een leger, dat ten strijde trekt wordt in de Tora beschouwd als een klein heiligdom. Daarom mogen eigenlijk alleen gave, vrome mensen die vrij zijn van spirituele smetten deelnemen aan de strijd. Vanuit Bijbels perspectief gaat het eerder om de religieuze kwaliteit van de soldaat dan om de kwantiteit. De nabijheid van de Sjechiena – G’ddelijke Aanwezigheid – moet gewaarborgd blijven. Het zedelijke niveau van de militairen moet hoog blijven, opdat G’d hen blijft volgen.

Om verzekerd te blijven van de G’ddelijke Aanwezigheid en bescherming dienen de dagelijkse religieuze voorschriften stipt nagekomen te worden. Wanneer men niet bezig is met voorbereidingen op de strijd, mag de Torastudie niet verwaarloosd worden. In Bijbelse tijden, toen er ’s nachts niet gestreden werd, waren de nachtelijke uren bestemd voor intensieve Torastudie.’

‘Vrede maak je niet alleen’, 2002:108

Met hulp van de Eeuwige zullen de charediem spoedig ook deze geboden van de Tora op zich nemen, zoals zij al zoveel geboden met veel toewijding en zelfopoffering naleven, in het belang van heel het Joodse volk in Erets Jisrael.

Pin It on Pinterest

Share This