De tiende dag van de Hebreeuwse maand tebet is volgens de Joodse traditie een vastendag. Dit vasten is mede bedoeld om het beleg van Jeroesjalajiem door Nebuchadnezzar II van Babylonië te gedenken.

Zoals in Melachiem (Koningen) 2 te lezen is, begon op deze dag het beleg dat 2,5 jaar later culmineerde in de vernietiging van de Tempel op de 9de van ab. Met de vernietiging van Jeroesjalajiem en de Tempel begon de ballingschap van het Joodse volk naar Babylonië.

Verdere verwijzingen staan in Zacharja 8:19:

Alzo zegt de Heere der heirscharen: Het vasten der vierde, en het vasten der vijfde, en het vasten der zevende, en het vasten der tiende maand, zal den huize van Juda tot vreugde, en tot blijdschap, en tot vrolijke hoogtijden wezen; hebt dan de waarheid en den vrede lief.

In Jechezkeel (Ezechiël) 24:1–24:2:

Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, in het negende jaar, in de tiende maand, op den tienden der maand, zeggende:

Mensenkind! schrijf u den naam van den dag op, even van dezen zelfden dag; de koning van Babel legt zich voor Jeruzalem, even op dezen zelfden dag.

En in Jirmejahoe (Jeremia) 52:4:

En het geschiedde in het negende jaar zijner regering, in de tiende maand, op den tienden der maand, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, kwam tegen Jeruzalem, hij en zijn ganse heir, en zij legerden zich tegen haar, en zij bouwden tegen haar sterkten rondom.

Zie ook de Misjnee Tora van Rambam, Hilchot taäniot, hoofdstuk 5, halacha 2:

The Tenth of Tevet. This is the day Nebuchadnezzar, the wicked, the King of Babylon, camped against Jerusalem and placed the city under siege.

Zoals met alle kleinere Joodse vastendagen het geval is, begint het vasten tijdens de zonsopgang (alot hasjachar) en eindigt het bij nacht (tseet hakochabiem).

Pin It on Pinterest

Share This