וְעָשׂוּ לִי, מִקְדָּשׁ; וְשָׁכַנְתִּי, בְּתוֹכָם
— SJEMOT 25:8
Chanoeka is al lang en breed achter de rug, maar wat hebben we nu eigenlijk gevierd? De historische achtergronden van dit Joodse feest zijn ons bekend. Joden loyaal aan de Tora kwamen in verzet tegen de (Seleucidische) Grieken toen zij onze Beet Mikdasj ontwijdden. Wat veel Joden niet beseffen is dat deze opstand van 167 voor de gewone jaartelling slechts voor een beperkte territoriale overwinning zorgde. Slechts in gedeelten van Jeruzalem werd een beperkte Joodse soevereiniteit herwonnen. Het duurde ruim drie generaties voordat een aanzienlijk gedeelte van het land Jisraël weer volledig onder Joodse soevereiniteit viel, dankzij Joodse strijders onder leiding van de Makkabeeën.
Dus wat hebben we nu gevierd op Chanoeka? Het directe resultaat van de opstand was dat de Beet Mikdasj weer in Joods gebruik werd genomen, waarna het wonder met de olie geschiedde. Maar er is wel iets vreemd aan de hand. We vieren een feest ter ere van de herinwijding van onze Beet Mikdasj, zonder dat we bezig zijn onze Beet Mikdasj te herbouwen. De Joodse soevereiniteit in Erets Jisraël is nu veel groter dan ten tijde van de Makkabeeën.
En interessant genoeg is volgens de Rambam een positieve mitswa om de Beet Mikdasj te herbouwen:
מצות עשה לעשות בית לה’, מוכן להיות מקריבים בו הקרבנות
— MISJNEE TORA, HILCHOT ABODA
Deze positieve mitswa geldt voor zowel mannen als vrouwen, iedereen moet meebouwen.
והכול חייבין לבנות ולסעד בעצמן ובממונם–אנשים ונשים, כמקדש המדבר
— MISJNEE TORA, HILCHOT ADOBA
Maar in plaats van het herbouwen van de Beet Mikdasj, steken we onze tijd en energie in het wereldwijd aansteken van grote, publieke chanoekiot. Op zichzelf is daar niets mis mee, want dit heeft een belangrijke sociale functie. (Net zoals een noachitische belofte van benee Noach voor een beet dien.)
Joden die nog niet met enige regelmaat een beet knesset bezoeken of nog zoekende zijn betreffende hun invulling van hun Joodse identiteit, kunnen op deze manier toch contact krijgen met het Jodendom en am Jisraël.
Desalniettemin is het een ongemakkelijke waarheid dat slechts een beperkt zelfs onze hedendaagse Joden die Toragetrouw zijn in beperkte mate bezig zijn om de Beet Mikdasj te herbouwen. Is er misschien angst voor de waqf die sinds recent ook claims legt op onze tempelberg? Smaken de gefrituurde latkes te lekker om van de comfortabele bank af te komen? De Tora vraag misschien meer van ons dan we beseffen.
En dan benee Noach. Er zijn op de Ohel Abraham in Nederland na geen plaatsen waar benee Noach verwelkomd en opgeleid worden. Maar als wij Joden op een dag besluiten om de Beet Mikdasj te bouwen, dan zijn benee Noach ook welkom om offers te brengen.
וַהֲבִיאוֹתִים אֶל-הַר קָדְשִׁי, וְשִׂמַּחְתִּים בְּבֵית תְּפִלָּתִי–עוֹלֹתֵיהֶם וְזִבְחֵיהֶם לְרָצוֹן, עַל-מִזְבְּחִי: כִּי בֵיתִי, בֵּית-תְּפִלָּה יִקָּרֵא לְכָל-הָעַמִּים
— JESJAJA 56:7
Laten we daarom benee Noach ook in onze kehilot verwelkomen. Jodendom is niet het smoezen tijdens kriat Tora, maar in praktijk brengen van de Tora.