Tijdens ons lidmaatschap van deze messiaanse gemeente hebben wij redelijk wat geleerd over het Hebreeuws, de taal van de Tora. We waren vrij actief in die gemeente. Mijn vrouw hield zich bezig met kinderactiviteiten en de ledenadministratie en ik hielp in de dienst bij de Toralezing.
Het ‘joodse’ trok ons verder en verder aan en we gingen ons steeds meer in het jodendom verdiepen. De sjabbat werd steeds meer gehouden in overeenstemming met de Tora, en ook gingen we steeds serieuzer koosjer eten. De feestdagen zoals die in de Tora te vinden zijn, gingen we ook volgens de Joodse kalender vieren.
Zelf ging ik voor de uitleg van de sidra steeds meer commentaren van rabbijnen bestuderen. De geloofsopvattingen die in messiaanse kringen gehuldigd werden, begon ik steeds meer te betwijfelen en liet ik na verdere Bijbelstudie achter mij. Mijn vrouw zag na verloop van tijd ook in dat het messiaanse gedachtegoed niet kon kloppen. Onze liefde voor het jodendom bleef groeien tot het punt dat we beseften Joods te willen zijn, met alle Toraverplichtingen die daarbij horen…