Inleiding

Alhoewel het Tora-jodendom ons uitgangspunt vormt bij de studie van de noachitische geboden, nodigen we ook andersdenkenden uit om kennis te nemen van de voor hen geldende instructies. Bekering tot het noachisme is namelijk niet vereist, zolang men maar de noachitische geboden in acht neemt. In het noachisme gaat het in eerste instantie namelijk niet om wat je gelooft maar om wat je doet. Er zijn joodse opvattingen die stellen dat het voor een niet-jood beter is zijn bestaande religie te verbeteren dan om deze te verlaten.

In dit artikel wil ik laten zien hoe de inbedding van de noachitische geboden in het christendom verdedigd zou kunnen worden. De Ohel Abraham is echter geen christelijke organisatie. Bezoekers met een christelijke achtergrond maar met interesse voor het jodendom zijn echter wel van harte welkom.

In Bijbelteksten waar sprake is van ‘de wet’ of ‘de geboden’ heb ik het woord Tora ingevoegd, omdat deze associatie bij veel christenen niet meer bestaat. Tora betekent niet zozeer ‘wet’ maar eerder ‘instructie’. Zij is niet een wet die ons beperkt maar een instructie die ons in staat stelt om maximaal te leven (zie Deuteronomium 4:40).

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

In artikel 25 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis staat: ‘Wij geloven dat de ceremoniën en figuren der Wet opgehouden hebben met de komst van Christus, en dat alle schaduwen een einde genomen hebben; alzo dat het gebruik daarvan onder de Christenen weggenomen moet worden.’

Deze belijdenis lijkt te wringen met Jezus’ woorden: ‘Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel’ (Matteüs 5:19).

Als we de woorden van Jezus serieus nemen, moeten christenen dan weer de ‘ceremoniën en figuren’ op zich nemen? Achter deze vraag schuilt een foutief uitgangspunt, namelijk dat er voor zowel de jood als de niet-jood slechts één weg naar God mogelijk is.

Het gebod der liefde: vaag of concreet?

Sommigen stellen dat Jezus alle geboden vervangen heeft door slechts één gebod: het gebod der liefde. Want ‘wie de ander liefheeft, heeft de gehele wet vervuld’ (Romeinen 13:8). Toch zijn er veel meningsverschillen over wat die liefde nu precies inhoudt. Wat door de een bijvoorbeeld ‘doden uit genade’ (euthanasie) wordt genoemd, veroordeelt de ander als ‘moord’. En zo zijn er talloze voorbeelden.

Paulus bedoelde in Romeinen 13 de wet dan ook niet te vervangen door één enkel gebod, hij trachtte haar slechts samen te vatten.

‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden [uit de Tora] worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’

— ROMEINEN 13:9

Wie dus wil weten wat deze naastenliefde inhoudt, zal daarvoor de geboden moeten studeren.

Liefhebben houdt in dat we leven volgens Gods geboden [uit de Tora].

— 2 JOHANNES 1:6

Dit is geen wetticisme.

Wij daarentegen weten dat de wet [Tora] goed is als hij op de juiste wijze gebruikt wordt.

— 1 TIMOTEÜS 1:8

Zorg ervoor dat uw spreken en uw handelen de toets kunnen doorstaan van de wet [Tora] die vrijheid brengt. . . . Wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar?

— JAKOBUS 2:12, 14

Pin It on Pinterest

Share This