Dat doe ik al heel lang, houden van Israël! Dat is een gevoel dat ik mij nog kan herinneren uit de tijd dat ik een kind van nog geen 10 jaar oud was.

Als kind ging ik naar de kerk  en daar hoorde ik psalm 122 zingen, over Jeruzalem, en toen als kind kon ik niet mee zingen zonder tranen in mijn ogen en stem. Dat heb ik nog steeds, het lied ontroert mij. Nadat ik tot nieuwe inzichten kwam en mij ging verdiepen in het jodendom werd deze liefde voor Israël alleen maar sterker, zo sterk dat ik besloot om dan nu eens echt naar Jeruzalem te gaan. In 2019 ging ik voor het eerst naar Israël.

Toen het moment van landen in zicht kwam begon mijn hart harder te bonken… en eenmaal geland kon ik wel huilen van blijdschap, de tranen waren er weer, het voelde als thuiskomen. Dat dachten de mensen op het vliegveld ook, ze bleven maar Hebreeuws praten en vragen of ik op familiebezoek kwam. En zo voelde dat ook, het was geen vakantietripje, dit was voor mij een serieuze aangelegenheid: ik zou namelijk door de veel bezongen poorten van Jeruzalem wandelen, in het echt!!! In de winkels en op straat werd ik steeds door Israëli’s aangesproken, met vragen waar ik vandaan kwam, dat ik er uitzag als een Joodse (waar ik stiekem best wel trots op was) en wat de bedoeling was van mijn bezoek aan Israël…

Ik vertelde dat ik gewoon van Israël hield en van Jeruzalem en dat ik het met eigen ogen wilde zien. Ik zei niet dat ik Joods wilde worden, dat had ik toen ook nog niet uitgesproken naar iemand, maar de gedachte had ik toen al wel. Het was een prachtige gewaarwording daar te zijn, in Jeruzalem… Ik liep daar alsof ik er altijd had gelopen. De ‘kotel’, waar zoveel verschillende mensen waren, lokale mensen, passend gekleed, Israëlische militairen en politie, toeristen vanuit heel de wereld in een daarbij passend outfitje, kindertjes….

Ik was onder de indruk, heb van een afstand zitten kijken en genoten van de bedrijvigheid. En tegelijk was het ook zo normaal,  je kan niet om de ‘kotel’ heen. Ik zag vooral in de avond gezinnen er heen lopen, het raakte mij. Je ademt en voelt daar de aanwezigheid van HaSjeem.

De Yehuda-markt was een feestje, dagelijks liep ik er naar toe, om te kijken, te proeven en te ruiken. Ik zag een keer een stel mannen die ruzie kregen, hard gingen praten, en met hun handen gebaren. Ik genoot… dat deed ik vroeger  ook als ik boos was… hard praten en met mijn handen gebaren.

En ik bedacht mij ook: het land is heilig, de inwoners niet per se, die gedachte kreeg ik al toen een dag ervoor een dronken Joodse man vastbesloten was om met mij mee te wandelen. Of toen ik in een winkel werd geholpen door een kauwgom kauwend meisje, die alle kanten opkeek, maar niet naar mij. Tja, ik zal de taal moeten leren van het door mij zo geliefde land Israël.

Vooral nu ik weet dat ik deel wil uitmaken van hen, het Joodse volk, zal mijn liefde voor Israël alleen maar intenser worden. Ik wil er wonen… wanneer de tijd er rijp voor is.

En de tweede keer dat ik Jeruzalem bezocht heeft dat gevoel alleen maar aangewakkerd! Ik voel mij geen toerist, maar ik verken gewoon mijn toekomstige stad alvast en probeer de rest van Israël te bewonderen.

En ik lees nog steeds met tranen in mijn ogen en stem psalm 122, ik zing het niet want ik ken alleen de kerkmelodie, maar het blijft mij ontroeren!! Het is nu ook mijn Jeroesjalajiem!!

Pin It on Pinterest

Share This