Op mijn screensaver had ik een afbeelding staan van de Tweede Tempel. Dan hoef je niet gek op te kijken als iemand daar een vraag over stelt. ‘Geloof jij dat de Tempel herbouwd zal worden?’, vroeg een collega mij. Ik antwoordde daarop met enthousiasme: ‘Ja, met heel mijn hart! Opdat de Tempel snel herbouwd mag worden!’
Na de uittocht uit Egypte gaf Hasjeem het volk Jisraëel de opdracht de tabernakel te maken. In Sjemot 25:8 zegt Hasjeem: ‘Zij zullen Mij een heiligdom maken en Ik zal in hun midden wonen.’
Naast de algemene opdracht om een heiligdom te maken, was er ook de opdracht een permanent heiligdom te bouwen. ‘Maar u zult de Jordaan oversteken en gaan wonen in het land dat de Here, Uw God, u in erfelijk bezit geeft. Hij zal u rust geven van als uw vijanden rondom u, en u zult veilig wonen. Dan zal daar de plaats zijn die de Here, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen’ (Debarim 12:10-11). Het is koning Sjlomo die de Tempel uiteindelijk mag bouwen.
Helaas wordt deze Tempel vernietigd, maar na vele jaren weer herbouwd. Maar zoals we weten, hebben de Romeinen ook de Tweede Tempel tweeduizend jaar geleden vernietigd en heeft er sinds die tijd geen Tempel meer gestaan.
Deze week gedenkt het Temple Institute dat 838 jaar geleden Maimonides (de Rambam) de Tempelberg bezocht. Maimonides is een van de grootste Joodse geleerden die ooit heeft geleefd. Hij werd geboren in Cordoba, Spanje, maar als klein jongetje moest hij en zijn familie vluchten vanwege de islamitische overheersing. Na een aantal jaar in Fez, Marokko, te hebben gewoond, moesten ze ook daar wegvluchten en kwamen ze uiteindelijk terecht in Jisraëel ten tijde van de Tweede en Derde Kruistocht, waarin de christenen Jeroesjalajim veroverden van de moslims.
Toen Maimonides arriveerde in de haven van Akko besloot hij naarJeroesjalajim te gaan. Hij beschreef dit als volgt: ‘Op dinsdag, de vierde dag van de maand marchesjvan, in het jaar 4926 vanaf de schepping, verliet ik Akko en vertrok naar Jeroesjalajim. Onderweg ben ik vele gevaren tegengekomen. Ik kwam aan bij het ‘Grote en Heilige Huis’, waar ik heb gebeden op donderdag, de zesde van de maand marchesjvan (21 oktober 1166).’[1]
Maimonides bezocht de Tempelberg in de periode dat hij werkte aan zijn commentaar op de Misjna en de Misjnee Tora nog zou gaan schrijven. In zijn latere schrijven is duidelijk te lezen hoe het gebod Mora Mikdasj (ontzag voor de Tempel) door hem persoonlijk was beleefd. Zo schrijft hij: ‘Ondanks dat de Heilige Tempel nu in een staat van vernietiging is, vanwege onze overtredingen, zijn we verplicht eerbied te tonen. Dit zouden we ook hebben gedaan als de Tempel er nog had gestaan.’[2]
Belangrijk is te realiseren dat Maimonides beschrijft dat we ontzag moeten hebben voor de Tempel, maar dat we daarbij moeten realiseren dat het niet zozeer gaat om de Tempel, maar om Degene die de opdracht heeft gegeven de Tempel te bouwen.
Hoewel het wordt gezien als fundamentalistisch, is het halacha dat de Tempel herbouwd moet worden. Ik hoop dat we het nog in onze tijd mogen meemaken dat we de Tempel mogen zien staan op de Tempelberg!
Meer informatie over Maimonides en het gebod om de berg van de Heilige Tempel te bezoeken, is hier te vinden.
[1] Dat valt dit jaar op donderdag 10 oktober.
[2] Misjnee Tora, Hilchot Beet Habechira (http://www.chabad.org/library/article_cdo/aid/1007200/jewish/Chapter-7.htm)